Geplaatst op 18 november 2022
Laatst bijgewerkt op 5 oktober 2023 door Robin

Er is de voorbije jaren heel wat veranderd op vlak van mobiliteit. Steeds meer mensen kiezen voor een elektrische of hybridewagen, of gaan op zoek naar alternatieve manieren om zich te verplaatsen.

Daarom brengen we graag de huidige spelregels in de wereld van de autofiscaliteit in kaart. We geven ook een gouden tip mee, die je wel is een dure les kan besparen.


Plug-in hybride of volledig elektrisch?

Het is duidelijk dat de overheid het met haar beleid gemunt heeft op conventionele benzine- of dieselwagens. Hoe hoger de CO2-uitstoot van je wagen, hoe lager de aftrekbaarheid van de autokosten.

Toch komen ook de plug-in hybrides nu in het vizier: wie vanaf 1 juli 2023 een wagen koopt die op een fossiele brandstof rijdt, komt in een uitdoofregeling terecht.

Concreet zal de fiscale aftrekbaarheid van auto’s die op een fossiele brandstof rijden en aangeschaft worden tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 jaarlijks dalen:


Belastbaar tijdperk vanaf Maximum aftrekbaar aan:
1 januari 2025 75% (en minimum 50%)
1 januari 2026 50%
1 januari 2027 25%
1 januari 2028 0%

Voor hybridewagens geldt daarnaast nog een andere aftrekbeperking. De brandstofkosten voor zo’n wagen worden vanaf 1 januari 2023 beperkt tot 50%, indien hij aangeschaft werd na die datum. De laadkosten daarentegen blijven in elk geval voor 100% aftrekbaar.

De boodschap is duidelijk: wie graag een wagen koopt die op een fossiele brandstof rijdt, doet dat fiscaal gezien best voor 1 juli 2023.

Tip: let er goed op dat je geen ‘valse hybride’ koopt. De batterij moet minstens een capaciteit van 0,5 kWh per 100 kilogram wagengewicht hebben. Daarnaast moet de uitstoot minder dan 50 gram CO2 per kilometer bedragen. Is dat niet het geval, dan berekent de fiscus de uitstoot op basis van het overeenstemmend voertuig met verbrandingsmotor.


Vanaf 1 januari 2026

Voor auto’s die aangeschaft worden na 31 december 2025 en (deels) op een fossiele brandstof rijden, kunnen geen kosten meer in aftrek gebracht worden.

Hiermee geldt er vanaf 2026 dus een algemeen aftrekverbod op wagens die CO2 uitstoten. Hierdoor kan de belastingplichtige vanaf 1 januari 2026 ook geen gebruik meer maken van de forfaitaire aftrek van 0,15 EUR/km voor woon-werkverkeer.


Vanaf 1 januari 2027

Wagens die geen CO2 uitstoten (elektrisch of op waterstof) die aangeschaft worden vóór 1 januari 2027 blijven voor 100% aftrekbaar. Als je je auto gedurende 2027 koopt, zal de aftrekbaarheid levenslang 95% zijn. Wie in 2031 een auto koopt zal de kosten maar voor 67,5% kunnen aftrekken voor de hele levensduur.


Datum van aanschaf Levenslang aftrekbaar tegen
vóór 1 januari 2027 100%
2027 95%
2028 90%
2029 82,5%
2030 75%
2031 67,5

Vanaf 2035

Europa heeft beslist: vanaf 2035 mogen er geen nieuwe diesel- of benzinevoertuigen meer verkocht worden in de EU. Er rijzen heel wat vragen rond de haalbaarheid van deze doelstelling. In België wordt het pad richting elektrisch, zoals hierboven omschreven, al vanaf 2026 geëffend.


Het mobiliteitsbudget: autonomie voor je werknemers

Met een mobiliteitsbudget geef je je werknemers zelf de mogelijkheid om te bepalen hoe ze zichzelf verplaatsen. Het systeem is gebaseerd op 3 pijlers. Je kent je werknemers een budget toe, en bepaalt in de policy welke keuzemogelijkheden ze hebben.

De eerste pijler betreft een milieuvriendelijke wagen. Deze geniet dezelfde fiscale en sociale behandeling als een klassieke bedrijfswagen.

Binnen pijler 2 kan de werknemer voor duurzame vervoersmiddelen en diensten kiezen die de werkgever beschikbaar stelt. Denk hierbij aan een (elektrische) fiets of step, openbaar vervoer, …
Deze pijler is volledig vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing. Voor de werkgever is dit een volledig aftrekbare beroepskost.

Tot slot kan de werknemer in de 3e pijler voor een restsaldo van zijn budget in cash kiezen.

Dit saldo is voor de werknemer een beroepsinkomen dat volledig vrijgesteld is van belasting, maar wel onderworpen aan een specifieke sociale zekerheidsbijdrage van 38,07%.

Voor de werkgever is dit een volledig aftrekbare beroepskost.


Voorwaarden

Als werkgever moet je minsten 3 jaar bedrijfswagens aanbieden aan je werknemers vooraleer je een mobiliteitsbudget mag toekennen. Er wordt een uitzondering gemaakt op de wachtperiode van 36 maanden voor startende ondernemingen.

Alleen de werknemers die op het moment van de aanvraag over een bedrijfswagen beschikken of zouden kunnen beschikken, kunnen een mobiliteitsbudget aanvragen.


Gouden tip

We zien het steeds vaker gebeuren: een ondernemer krijgt een flitsboete in de bus, maar vergeet op de 3e pagina van het PV door te geven wie de bestuurder van de wagen was op dat moment.

Ook al betaal je in dat geval de flitsboete, je zal enige tijd later toch een bijkomende boete van 509 euro krijgen voor het niet identificeren van de bestuurder.


Download onze manual

Om dat te vermijden, hebben we een manual geschreven die de procedure van identificatie van de bestuurder bij een verkeersboete uitgebreid omkadert.

Je kan de manual downloaden via de knop hieronder.

Download manual
nl_NLNL